Saturday, June 19, 2004
Met de fietsen achterop de van reden we om half 3 reden weg, op weg naar Muskegon, Michigan, waar Rick’s vader woont.
Naar Muskegon kunnen we twee routes kiezen, de eerste, de snelste, is via de Pennsylvania en Ohio turnpikes. Deze wegen zijn altijd druk, vol met vrachtwagens, hebben relatief nauwe rijbanen en vaak rijd je langs cement barrieres. Om over de vele wegwerkzaamheden en oponthoud daardoor maar niet te spreken!
Het is dus wel de snelste maar ook verreweg de meest stressvolle weg. Rick wil altijd zo gauw hij kan ergens zijn, maar als hij mijn hulp wil met rijden moet hij de iets (60 mijl of zo) langere route kiezen, die we nu rijden.
Op het moment, dat ik dit schrijf is het zaterdagochtend en zijn we al halverwege. Deze route gaat via de Interstates 68, 79, 70 en dan een stukje geen interstate op state route 23 en uiteindelijk interstate 96 naar Muskegon. Al met al is het een rit van 13 tot 14 uur.
Deze weg is echter zo mooi, dat de tijd lijkt te vliegen. Ik heb gisteravond het grootste gedeelte gereden, door de prachtig groene heuvels van West Virginia en Pennsylvania, die op het moment een paarse gloed hebben omdat de klavers in bloei staan. Er was bijna geen verkeer en al helemaal geen vrachtwagens, dus ik voelde me een met de natuur en de rondcirkelende roofvogels en kon bijna de hele tijd 80 mijl per uur rijden (iets meer dan 120 km).
Rick was helemaal blij, want hier waren de cicadas nog helemaal aan het rondvliegen en we kregen nog een paar lijkjes daarvan op de auto. Ik moet zeggen, ik heb zelden zo relaxed gereden! Alleen in het zuidwesten was het soms zo leeg op de weg. Wat een verschil met die vermaledijde turnpikes!
In Washington, Pennsylvania gingen we om half negen op zoek naar een restaurant. Dat nam even tijd en we reden door de leukste buurten met heel ongewone kleurige huizen met torentjes en andere grappige details. Zoiets verwacht je niet in de “boondocks”, zoals wij de gebieden buiten de grote steden noemen.
Uiteindelijk vonden we een winkelcentrum met een heel stel restaurants. We probeerden eerst het Texas Road House restaurant, want daar hadden we nog nooit gegeten. Maar kennelijk waren we niet de enigen en er was een wachttijd van ongeveer 20 minuten. In dit restaurant krijg je bij je tafel of terwijl je wacht ongepelde pinda’s om van te snacken. Er stonden enorme vaten met pinda’s. De omhulsels en velletjes gooi je dan gewoon op de grond. Heel leuk voor de kinderen natuurlijk. Lone Star, een restaurant bij ons in de buurt, had dit vroeger ook, maar is er mee opgehouden toen ze werden aangeklaagd door iemand, die claimde over de schillen uitgegleden te zijn en een arm gebroken te hebben. Helaas!
TGI Fridays lag naast het Texas Road House en, omdat we toch wel haast hadden op doorreis en daar geen wachttijd was, streken we daar maar neer. De kinderen kregen Etch A Sketches om zich bezig te houden, een briljant idee!
Tijdens het wachten op het eten zochten we een hotel uit in Cambridge, Ohio, ongeveer 70 mijl verderop. Het moest er een zijn met kamers waar je van de parkeerplaats binnen kon lopen, omdat we de fietsen ook in de kamer moesten hebben.
De keuze viel op de Best Western daar, waar we rond 23 uur aankwamen. De kamer was kleiner, dan de gewoonlijk motel kamer en het was passen en meten om alle tassen, 4 fietsen en een extra bed erin te krijgen. Het is maar goed, dat er geen brand was, want de deur kon met het extra bed niet meer open. Maar de bedden sliepen heerlijk en we werden pas om 8 uur weer wakker, een half uur later dan we wilden.
Om 8:45 zat alles weer op en in de auto en na een ontbijtje bij McDonald’s begonnen we aan het laatste stuk door Ohio en Michigan.
Het landschap in dit deel van Ohio is glooiend, maar vlakker dan Virginia, en hier staan koeien in de wei, want er zijn nogal wat melkboerderijen. Ook komen we langs gigantische maisvelden en andere gewassen, die minder herkenbaar zijn. Echt een boerengebied, dus.
We rijden nu op Columbus aan, de hoofdstad van Ohio. Wat ik nog steeds zo machtig vind in de VS is dat je mijlen en mijlen door vrijwel onbewoond gebied rijdt en dan doemen opeens in de verte de wolkenkrabbers van een grote stad op!
Tijd voor mij om het stuur weer over te nemen (ik schrijf dit in de auto met een wireless connection), mijn volgende post is hopelijk vanuit Muskegon.
Sunday, June 20, 2004
Na een lange rit door Ohio en Michigan (waar je 70 mijl per uur mag rijden, dus heb ik de hele tijd 85 mijl per uur gereden) kwamen we om kwart over vier vlak in de buurt van mijn schoonvaders huis in een file terecht.
We besloten van de snelweg af te gaan en via zijwegen naar zijn huis te rijden. Dat was pas een leuke omleiding! We reden compleet door boerenland, langs enorme boerderijen met koeien in de wei, rode schuren, enorme silo’s en appelboomgaarden.
We wisten, dat we in het noordwesten moesten zijn, dus reden we dan weer naar het noorden en sloegen dan weer af naar het westen. Maar goed, dat de auto een kompas heeft! Uiteindelijk kwamen we op een weg, die Rick uit zijn kindertijd kende, want hij is in dit gebied opgegroeid.
Het landschap doet erg aan Nederland denken, vlak met veel water. Hierdoor hebben zich destijds ontzettend veel ge-emigreerde Nederlanders in dit gebied gevestigd. Veel achternamen zijn Nederlands en ook plaatsnamen zoals De Graafschap, Zeeland en Holland laten die achtergrond zien.
Om 17 uur kwamen we bij Rick’s vaders huis in North Muskegon aan. Hij heeft een huis vlak aan Muskegon meer, wat weer in het Michigan meer uitmondt. Het weer was koel, maar heerlijk zonnig.
Gisteravond hebben we doorgebracht met bijkletsen onder het genot van een glaasje cognac en crackers met overheerlijke zelfgemaakte zalmpate (mijn schoonvader vist zalm in het Michigan meer, die hij dan zelf op allerlei manieren klaarmaakt).
Voor we het wisten was het tijd voor Rick en mij om naar ons hotel te vertrekken. Ricks vader heeft niet genoeg plaats voor ons alle vijf, maar de kinderen bleven wel bij hem logeren.
Ons hotel vannacht was de Shoreline Inn, gelegen aan een jachthaven. De kamers zijn er erg mooi ingericht en hebben zelfs een eigen keukentje. We hadden mooi uitzicht op het meer, maar helaas konden we daar niet lang van genieten, want we logeerden er maar voor een nacht.
Vanochtend zijn Rick, Kai, Ricks vader en ik op een lange fietstocht gegaan. Alles bij elkaar hebben we 24 mijl gefietst. Weer langs de bosbessen velden en appelboomgaarden en de vele boerderijen. We zagen twee wilde kalkoenen, een slang en een groundhog, zeer de moeite waard dus!
Rick en ik bedachten ons, dat we precies een week geleden ongeveer 3000 kilometer ten zuiden van hier gefietst hebben in de Everglades!! Het was toen wel heel wat warmer, dit is eigenlijk veel lekkerder fietsweer.
Vanmiddag hebben we nog een kort fietstochtje gemaakt langs het meer en zijn we naar het strand van het Michigan Meer gegaan. Je hebt als je daar staat geen idee, dat het een meer is, je kunt nergens de overkant zien (waar Wisconsin ligt).
Terwijl ik dit typ zit ik heerlijk buiten op het dek met uitzicht op het meer, waar honderden zeilboten en motorboten te zien zijn. Het is weer werkelijk een paradijs!
Monday, June 21, 2004
Na een middelmatig ontbijt via roomservice in het hotel gingen Rick en ik op weg naar North Muskegon. Daar ging ik met Ricks vader op een fietstocht rond het Muskegon meer. De hele rit bij elkaar was iets meer dan 30 kilometer.
Ik ben nog nooit zo dichtbij (letterlijk naast en met een rijdende trein in aankomst) een Amerikaanse spoorweg geweest! Ook kwamen we langs de papiermolen, die het hele gebied laat stinken als de wind deze richting uit komt!
De huizenbouw is hier erg leuk, een beetje Victoriaans, en we zagen een bed and breakfast in die stijl gebouwd. Al met al was het een heel leuke fietstocht, heel anders dan ik thuis gewend ben (en veel minder heuvelachtig!).
Na 2 uur waren we thuis en nam ik gauw een douche. Saskia en ik zouden om 12 uur bij Carol, de vriendin van Ricks vader, zijn om naar Holland, Michigan te gaan. Het was inmiddels begonnen met regenen en dat zou helaas alleen maar erger worden. Eigenlijk wel authentiek als je een plaats gaat bezoeken, die een miniatuur Nederland moet voorstellen.
Na een half uurtje rijden kwamen we bij het Dutch Village aan. Daar zijn een aantal heel Nederlandse dingen te zien, allemaal direct geimporteerd. Als je aan komt rijden zie je al de traditionale molen. Verder zijn er een aantal Zaanse gebouwen met oranje daken en een Zaans molentje. Ook is er een copie van de Magere Brug en de straatborden zijn precies zoals in Nederland met Nederlandse naam, zoals Burgemeesterlaan.
Nadat we de $8 per persoon toegangsprijs hadden betaald haalden we een kaart van het park en gingen meteen iets eten, want het was al 14 uur en we hadden nog geen lunch gegeten.
Het “Hungry Dutchman” cafe heeft een heel Nederlands menu met frikandellen, kroketten en erwtensoep (die heel lekker was volgens Carol, de Amerikaanse onder ons). Ik verkoos saucijzebroodjes en patat met mayonnaise, want die krijg ik hier nooit (maar de mayonnaise bleek niet te eten).
Na het eten liepen we door het supermarktje, wat een (voor hier althans) goede selectie heeft. Ik kocht onder anderen kandijkoek, cassis limonadesiroop en verschillende soorten drop. Er werkte een oudere man, die nog goed Nederlands sprak, en hij bood Saskia een dropje aan. Die moest er echter niets van hebben, want de liefde voor zoute drop hebben mijn kinderen niet van mij overgenomen. Ik vond het wel erg leuk, dat hij nog Nederlands sprak, dat maakte het geheel nog authentieker.
De meeste mensen, die er werken, zijn ouder dan zestig en in hun accent kun je hun Nederlandse achtergrond horen. Verder waren er een stel Nederlandse meisje, die er voor de zomer meehielpen. Een ervan heette ook Saskia, wat natuurlijk een heel gesprek ontlokte en zo zag Saskia dat ze klompjes kon laten maken met haar naam erop.
Het plensde nog steeds van de regen en we waanden ons in Nederland. Na een bezoek aan de winkel met Delfts Blauw en de souvenirwinkel keken we naar de klompendans. Die was erg leuk, maar ik vertelde Carol, dat ik er nog nooit een in Nederland gezien had.
Het bleef maar regenen en dus sloten ze het park, maar wij hadden gezien wat we wilden. Omdat alles uit Nederland geimporteerd is vind ik het echt leuk, zeker als er nog wat Nederlands sprekenden rondlopen ook.
Ik denk niet, dat dit iets is waar Nederlanders op vakantie naar toe zullen gaan, maar voor mij als Nederlands-Amerikaanse is het het dichtst bij “echt”.
Door de stromende regen reden we terug naar huis vol met souvenirs en lekkers. Ik geloof, dat Carol het ook erg leuk vond. Zij is nog nooit in Nederland geweest en ze was verbaasd hoeveel specifieke produkten uit zo’n klein landje komen.
Vanavond aten we met zijn allen bij het Dockers restaurant aan het Michigan Meer. Het eten was erg lekker, de atmosfeer leuk. Vannacht logeren Rick en ik weer bij de Holiday Inn Muskegon.
Wednesday, June 23, 2004
Sinds 1 juni gaat er een veerboot van Muskegon, Michigan naar Milwaukee, Wisconsin, die in 2,5 uur het Michigan Meer oversteekt. Natuurlijk moesten wij dat proberen, dus reserveerden we plaatsen op het veer van 10:30 gisterenochtend. Helaas waren we al te laat om de auto mee te nemen, maar er was nog plaats voor ons zessen (ons gezin en Rick’s vader).
Om 10 uur arriveerden we bij de terminal. Daar lagen ook een paar heel kleurige sleepboten, die ik graag had gefotografeerd, maar we hadden minder tijd dan gedacht. Denkelijk omdat het veer nog zo nieuw is, ging het inchecken nu niet bepaald vlot.
Ook lagen er honderden zeil- en motorboten. Ricks vader vertelde ons, dat Michigan de meeste geregistreerde boten van de VS telt. Geen wonder eigenlijk, het is de staat met de meeste kustlijn van de 48 aaneengesloten staten (Alaska en Hawaii hebben natuurlijk meer).
Tegen de tijd, dat we onze tickets hadden, was het al tijd om aan boord te gaan. Het is een heel modern schip, met vliegtuigachtige stoelen en grote ramen ernaast. Verder hangen overal televisieschermen waar tekenfilms op werden gespeeld om de kinderen bezig te houden.
Er is een cafetaria met lekkere sandwiches en tijdens de reis kon je naar het topdek om in de heel harde wind alles goed te kunnen bekijken. Het waaide er zo hard, dat je er helemaal tegenin kon leunen! We gingen dan ook met een flinke vaart het meer over, want het is flink breed.
Om 13 uur, 12 uur Wisconsin tijd want we wonnen een uur, kwamen we in Milwaukee aan. Zo van het meer gezien een echte Amerikaanse stad met wolkenkrabbers en een groot stadion.
Eenmaal van de boot vonden we meteen twee taxi’s (met zijn zessen pasten we niet in een auto), die door een vader en zijn zoon gereden werden. Deze twee bleven de rest van de dag ook onze chauffeurs, iedere keer als we ergens anders heen wilden, belden we ze om ons op te halen. Dat was wel zo makkelijk.
Als eerste besloten we een bezoek te brengen aan de Miller brouwerij, de grootste brouwerij in de VS. Hier wordt niet alleen Miller gebrouwen, maar ook Milwaukee’s Best en nog een stel verschillende bieren. Ook functioneren ze als distributeur van o.a. Foster’s uit Australie en Pilsner Urquell.
De slogan van Miller bier is “It’s Miller time!” en we kregen dat regelmatig te horen.
De rondleiding begon met een 15 minuten durende film over de geschiedenis van de brouwerij en daarna zagen we hoe het bier in blikjes en flesjes werd gedaan en tenslotte het enorme warenhuis gevuld met bierblikken en –flessen.
Aan het einde van de tour mochten we drie verschillende biersmaken proberen. Ik vond de Honey Weiss het lekkerst en de Leinenkugeln was me te bitter. Bier is niet mijn favoriete drank, maar Rick en Rick’s vader vonden dit wel heerlijk, vooral omdat ze niet hoefden te rijden.
Nadat we het bier geproefd hadden zijn we nog naar boven gegaan in het ketelhuis, waar het bier gebrouwen wordt. Het was er bijna 40 graden, lekker warm dus, want het was buiten best koel, ondanks de stralende zon.
Hierna was het tijd om de taxi’s terug te laten komen en werden we midden in de stad bij de rivier afgezet. De taxi chauffeurs bleken goede gidsen en vertelden ons, dat er ook een heel goede zoo en museum in Milwaukee zijn. Helaas hadden we daar niet meer genoeg tijd voor.
Na wat langs de rivier gelopen te hebben en in een grote worstenmakerij Usinger (Milwaukee heeft veel Duitse invloeden, getuige het bier en de worst, maar Wisconsin is ook bekend om zijn kaas, bewoners noemen zichzelf “Cheeseheads” competerend met onze kaaskoppen!) te hebben gekeken, zochten we een restaurant voor het avondeten op.
De keuze viel op een microbrouwerij restaurant, waar Rick een sample flight bestelde, kleine glaasjes van iedere soort eigen gebrouwen bier, die ze hebben. Het was een smakelijke maaltijd.
Om 18:30 vertrokken we weer met het veer. We zagen een prachtige zonsondergang boven het Michigan Meer, iets waar het bekend om is.
Toen we om 22 uur het veer afkwamen stonden we opeens oog in oog met een wasbeertje. Deze diertjes zie je bijna nooit, want het zijn nachtdieren en als je ze overdag ziet moet je er ver van wegblijven, want velen hebben hondsdolheid. Deze schrok zich lam van al die lichten en mensen en rende gauw weer het bos in.
Vandaag was het alweer onze laatste dag hier. We checkten uit het Holiday Inn en ik fietste vanuit het hotel naar de vuurtorens die de ingang van het Muskegon Meer aangeven. Dit was ongeveer 23 kilometer van het hotel via de vuurtorens terug naar het huis van Ricks vader. Maar het voelde als veel meer, want er stond een keiharde wind, die ik vrijwel de hele tijd tegen had. Ik benijd Ricks vader wel (hij is net zo’n fietser als ik), want hij heeft eindeloze fietspaden tot zijn beschikking. Ik ook wel, maar ik moet er dan wel een stukje voor autorijden.
Toen ik terug was had Carol een echt Amerikaans ontbijt klaargemaakt: bosbessenpannenkoeken met maple syrup en bosbessen siroop, een ontbijt ovenschotel met ei, worst en spinazie, branmuffins en vers fruit. Er bleef weinig van over, zo lekker was het!
Nadat we de van weer hadden ingepakt zijn we nog voor een zeiltochtje in Ricks vaders boot. Hij heeft een zeewaardige zeilboot en eigenlijk wilden we het Michigan Meer op. Helaas werkte het weer niet mee en waren de golven zo hoog, dat Saskia bang werd. We zijn dus maar op het Muskegon Meer gebleven (ook een flink groot meer).
En toen was de koek weer op en nu zijn we weer op weg naar het veel warmere Virginia!
Thursday, June 24, 2004
Na 4 uur rijden door Michigan gistermiddag reden we Ohio binnen en was het tijd om naar een restaurant te gaan zoeken. Op deze lange ritten proberen we tenminste voor het avondeten bij een “volwassen” restaurant te eten, zodat we even echt kunnen relaxen.
De keus viel deze keer op een Texas Roadhouse restaurant. Op de heenweg hadden we het daar in Washington, Pennsylvania al geprobeerd, maar toen was de wachttijd te lang. In Toledo konden we meteen plaatsnemen. Wat dit restaurant zo leuk maakt zijn de grote vaten ongepelde pinda’s, die je krijgt om te snoepen terwijl je op je maaltijd wacht. Het eten was er ook goed, Rick en ik hadden filet mignon en die was precies gemaakt als gevraagd.
Het was nog vrij vroeg toen we klaar waren en we besloten nog een stuk door te rijden. We verwachtten gewoon op de bonnefooi een hotelkamer te kunnen krijgen als we moe waren, zoals we bijna altijd doen. Dit was tenslotte saai Ohio, niets toeristisch en genoeg hotels en motels om van te kiezen.
Dat viel even tegen! Toen we om 22 uur bij Upper Sandusky stopten en bij de Travelodge probeerden een kamer te huren bleken alle hotels daar vol.
Columbus, toch een grote stad als hoofdstad van Ohio, was maar 44 mijl verderop en we besloten daar dan maar heen te rijden. Gelukkig hadden we tourbooks van de AAA mee en ik belde intussen hotels af. Ook in Columbus bleek vrijwel alles vol! Gelukkig vond ik na een aantal telefoontjes een Homewood Suites (van Hilton) zelfs nog heel gunstig gelegen, precies op onze weg. Wat er nou allemaal gaande was in deze omgeving, die toeristisch weinig te bieden heeft, dat alle hotels bijna vol zaten, zullen we wel nooit uitvinden.
Om 23 uur kwamen we aan en kregen een lekkere grote suite met 3 dubbele bedden toegewezen. De fietsen mochten we in een lege kamer achter de balie zetten, want die lieten we liever niet ’s nachts op de auto, hoewel ze er waarschijnlijk de volgende dag nog zouden zijn.
Het hotel bleek van alle comforts voorzien, vooral het wireless internet was aantrekkelijk voor Rick, die vanochtend een belangrijke virtuele vergadering moest bijwonen.
Vanochtend sliepen we dan ook lekker uit terwijl Rick werkte en vertrokken pas om 11 uur uit het hotel. Rick had vandaag onderweg een aantal conferentie telefoongesprekken en een vergadering via de telefoon met zijn manager, dus ik heb het grootste gedeelte gereden. Het was nog een hele kunst om de kinderen al die tijd stil te houden in de auto!
Terwijl ik dit schrijf rijden we door de bergen van noordwest Maryland en we zullen hopelijk over 2 uur weer thuis zijn. Altijd weer een fijn gevoel als we na die vele uren rijden weer veilig aankomen!